CO2-voetafdruk van koffie

Klimaatverandering speelt de koffieproductie parten. Tegelijk heeft koffieproductie een niet te verwaarlozen CO2-voetafdruk. Met RAF COFFEE zit je goed en kan je zonder te veel CO2 zorgen verder genieten. Wie graag cappuccino drinkt, neemt best wat vaker de fiets.

Bij werkbezoeken aan om het even welk origineland, blijkt telkens weer dat de opwarming van de aarde nu reeds de koffieteelt beïnvloedt. Studies voorspellen op langere termijn voornamelijk problemen voor de Arabicaproductie. Arabica heeft een koeler klimaat nodig dan de Robusta. Daarom zal de Arabicaproductie moeten verschuiven naar nog hogere hoogtes, maar veel marge zit daar niet op.

Natuurlijk draagt de koffieproductie zelf ook bij aan de CO2-uitstoot. Maar met RAF COFFEE zit je relatief goed. Enkele wetenschappelijke studies verhelderen.
Je geniet ook lang van pakweg een kilogram lekkere koffie. Leg dit naast de voetafdruk van 1 liter melk en je merkt dat koffie een relatief lage impact heeft (ook al omdat je met 1 kg koffie heel wat tasjes kan drinken). Tenzij je cappuccino of latte drinkt, dan verhoogt de melk de CO2 voetafdruk drastisch.

Welke productiestappen beïnvloeden de voetafdruk?

Het is belangrijk om eerst goed te weten welke stappen van het productieproces de grootste impact hebben op de productie van broeikasgassen.  De ecologische voetafdruk van een kilogram koffie verschilt nogal, afhankelijk van de studie en berekeningsmethodes. Ook de relatieve impact van de verschillende productiestappen (in percentage uitgedrukt) is verschillend naargelang het type en de origine van de koffie. Er zijn wel enkele belangrijke constanten.

Bron: Figuur uit Finse studie (Bron 1)

In de Finse studie (bron 1) is het heel duidelijk dat de productiewijze (de teelt) absoluut de grootste impact heeft op de uitstoot van broeikasgassen. De belangrijkste rol is hier weggelegd voor CO2 uitstoot die nodig is voor de meststofproductie, maar ook het N2O (een broeikasgas die mee de CO2 voetafdruk bepaalt) dat vrijkomt na het bemesten speelt een grote rol. In sommige originelanden wordt veel kalk gebruikt, om bodemverzuring tegen te gaan die ontstaat door intensieve teelt. Dat is voornamelijk zo in Brazilië. Uit de Finse studie blijkt dit laatste ook een verrassend hoge impact te hebben.

De Kilimanjaro waar bijna geen sneeuw meer op de top ligt door klimaatverandering.
Nochtans was die gletsjer erg belangrijk voor de koffieproductie op de flanken van de Kilimanjaro.

Uit de Mexicaanse studie (bron 2) blijkt dat productie goed is voor 67% van de CO2-voetafdruk en de verwerking ter plaatse voor 28%. Verwerking ter plaatse wil zeggen: ontpulpen, fermenteren, wassen en drogen van de koffie. Als het droogproces mechanisch gebeurt, met fossiele brandstof, heeft dit een zware impact. Het vraagt veel energie om koffie met 45% vochtgehalte naar 12% te brengen. Bij verschillende productiemethodes droogt de koffie in de zon wat geen broeikasgassen oplevert.

Impact van koffiebranden

In de Finse studie (bron 1) speelt het branden, wat we ons misschien voorstellen als belangrijkste factor van CO2-uitstoot, een beperkte rol (1 à 2%). In andere studies wordt branden wat hoger ingeschat, tot ongeveer 5%, inclusief transport en distributie. Het blijft echter absoluut beperkt tegenover de impact van de productiewijze.

Consumptie en afwas

In de grafiek van de Finse studie (zie boven) is de consumptie en afwas ook bepalend. Hoewel hier veel afhangt van hoe je thuis koffie zet en of je groene stroom thuis hebt.

koffietransport voetafdruk
Lokaal koffietransport in Uganda. Transport en branden lijken op het eerste gezicht de boosdoeners,
maar veel zwaarder weegt productie en gebruik van meststoffen.

En Raf Coffee?

Om de impact te verminderen komt het erop aan koffie aan te kopen waar teelt en verwerking een lage imact hebben. De keuze voor 100% gecertificeerde biologische groene koffie is hiertoe een grote stap. Er worden bijvoorbeeld geen chemische meststoffen gebruikt (zie artikel over de betekenis van bio in koffie). In een Vietnamese studie (Bron 3) berekende men dat de CO2-voetafdruk met 32% afnam bij biologische productie. Dit komt overeen met de bevindingen van een studie in Costa Rica (bron 4) waar de CO2-impact van de productie daalt met naar schatting 40% . Ook het feit dat onze aangekochte koffie steeds geproduceerd wordt in een vorm van agroforestry – dus de koffie wordt altijd in combinatie met schaduwbomen, fruitbomen, bananen etc. geproduceerd – heeft tevens een positieve impact heeft op het limiteren van de CO2 uitstoot.

Zongedroogd

Alle koffies die wij inkopen, zijn zongedroogd. In Kivu en Ethiopië gebeurt dat op lange droogtafels, in Honduras en Peru veeleer in een soort serres waar zon en luchtverplaatsing voor een egale en trage droging zorgen. Er wordt dus voor geen enkele Raf koffie gebruik gemaakt van mechanische droging met fossiele brandstoffen. Zo besparen we op CO2-uitstoot.

Ons brandproces

De impact van het brandproces is minimaal (2-5%), maar we werken uiteraard zo efficiënt mogelijk. De brandingen volgen kort op elkaar, zijn nauwgezet afgesteld en bovendien is de brander ‘s winters een ideale verwarmingsketel. Het gebouw hoeft dan niet extra verwarmd te worden. Hoewel de keuze van RAF COFFEE heel duidelijk is om te investeren daar waar het verschil wordt gemaakt – dus in teelt en verwerking in origine – zullen we niet nalaten om verdere stappen in het brandproces te zetten wanneer mogelijk.

Bronnen

Bron 1: Carbon and water footprint of coffee consumed in Finland – the International Journal of Life Cycle Assessment (10 augustus 2020)

Bron 2: Environmental Impact Associated with the Supply Chain and Production of Grounding and Roasting Coffee through Life Cycle Analysis – Sustainability (5 December 2018)

Bron 3: Comparative life cycle assessment for conventional and organic coffee cultivation in Vietnam. – International Journal of Environmental Science and Technologie (23 September 2019)

Bron 4: Greenhouse gas emissions in coffee grown with differing input levels under conventional and organic management – Agriculture Ecosystems & Environment (April 2012)